sloven

als woordenboektrefwoord:

sloven:
(gesloofd), hard werken.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen: niet gevonden.

als synoniem van een ander trefwoord:

ploeteren (ww) :
krabben, blokken, zwoegen, wroeten, baggeren, pezen, beulen, hengsten, tobben, sloven, sappelen, labeuren
zwoegen (ww) :
ploeteren, slaven, wroeten, tobben, sloven, sappelen, labeuren
sappelen (ww) :
ploeteren, zwoegen, sloven, zich afjakkeren
sjouwen (ww) :
ploeteren, zwoegen, sloven

woordverbanden van ‘sloven’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Tusschen arbeiden en werken bestaat hetzelfde onderscheid als tusschen arbeid en werk, hoewel arbeiden (vooral door invloed van het Hoogd.) in sommige, gevallen, niet met het bijdenkbeeld gepaard gaat, dat het meer inspanning-vereischt dan werken. Bij de drie laatste woorden staat het zware en ver-. moeiende van den arbeid op den voorgrond. Zwoegen zegt men van arbeid verrichten, die iemands krachten bijna te boven gaat; sloven gaat met het bijdenkbeeld gepaard, dat de te verrichten arbeid moeilijk en langdurig is, en dubbel zwaar valt door getob, zorg en kommer waaronder hij geschiedt, terwijl slaven gebezigd wordt van het verrichten van een gedwongen, harden, rusteloozen arbeid, waarbij de mensch zich vernederd gevoelt.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

zwoegen, sloven, slaven

Zwaren arbeid verrichten.

Zwoegen ziet op een meer kortstondige, maar zeer sterke krachtsinspanning, zoodat men er van hijgt. Hoezeer Eliza zwoegde onder haar dierbaren last (haar kind), toch ijlde zij voort om haar zoontje te redden.

Slaven doet denken aan een slaaf, die van 's morgens vroeg tot 's avonds laat zwaar werken moet, zonder zelf de vruchten van zijn arbeid te plukken; het woord legt vooral den nadruk op het langdurig werken, terwijl sloven inzonderheid ziet op het vermoeiende en afmattende van den langen en zwaren arbeid. Menig daglooner moet heel wat sloven voor zijn stukje brood. Tot 's avonds toe laat hij niet af van slaven. (Psalm 104.)

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0016 c