als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
als synoniem van een ander trefwoord:
woordverbanden van ‘oponthoud’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):
Verblijf beteekent zoowel de daad van verblijven, als de plaats van verblijf (zie Woning.) Gedurende mijn verblijf ten uwent. Dat is een onaangenaam verblijf. Oponthoud wordt gezegd van een kortstondig vertoeven op eene plaats, waar men niet woont, of waar men zijns ondanks blijven moet. Tijdens ons oponthoud te Parijs. Het hooge water veroorzaakte mij daar een lang oponthoud.
De vertraging in het doen van iets wordt uitstel genoemd, wanneer zij geschiedt met het doel om hetzelfde later te doen. Verwijl is het dralen en daardoor tijd verliezen; bij vertoef, dat oorspr. alleen van eene reis gezegd werd, blijft de persoon, met zijn wil op eene plaats, m. a. w. is het uitstel een gevolg van zijn eigen wil, het duidt meer het actief begrip aan, terwijl oponthoud ook door toedoen van anderen kan veroorzaakt zijn.
in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):
Wat een werking in haar voortgang hindert.
Oponthoud is een hindernis, die de werking tijdelijk doet ophouden, stil doet staan; vertraging is alles, wat de werking trager, langzamer doet gaan.
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 224:
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 255:
bij andere sites:
debug info: 0.0063 c