pedant

als woordenboektrefwoord:

pedant:
bn. bw. (- r, -st), schoolmeesterachtig, aanstellerig.
pedant:
m. (-en), waanwijze.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

pedant (zn) :
wijsneus, betweter, waanwijze, schoolvos
pedant (bn) :
eigenwijs, arrogant, verwaand, betweterig, laatdunkend, wijsneuzig, schoolmeesterachtig, waanwijs

als synoniem van een ander trefwoord:

verwaand (bn) :
arrogant, opgeblazen, zelfingenomen, trots, hoogmoedig, ingebeeld, ijdel, minachtend, gewichtig, hooghartig, opschepperig, zelfgenoegzaam, pretentieus, pedant, aanmatigend, snobistisch, laatdunkend, hautain, dikdoend, verwaten
arrogant (bn) :
opgeblazen, zelfingenomen, hoogmoedig, ingebeeld, minachtend, verwaand, hooghartig, opschepperig, ongenaakbaar, pedant, aanmatigend, laatdunkend, uit de hoogte, waanwijs
laatdunkend (bn) :
arrogant, hoogmoedig, minachtend, verwaand, hooghartig, zelfgenoegzaam, pedant, aanmatigend, hautain
hautain (bn) :
arrogant, bekakt, hoogmoedig, minachtend, verwaand, hooghartig, pedant, laatdunkend, uit de hoogte
eigenwijs (bn) :
koppig, dwars, eigenzinnig, verwaand, tegendraads, eigengereid, pedant, waanwijs, steilorig
opgeblazen (bn) :
winderig, trots, verwaand, pafferig, bombastisch, pedant, blasé, poenig, verpaft
zelfgenoegzaam (bn) :
zelfingenomen, zelfvoldaan, verwaand, pedant, kwasterig, waanwijs
betweter (zn) :
wijsneus, bemoeial, pedant, criticaster, alweter, wise guy, waanwijze, frik, weetal, bedilal
kwast (zn) :
modegek, pedant, dandy, fat
schoolmeester (zn) :
pedant, schoolfrik, frik

woordverbanden van ‘pedant’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Verwaand ziet op den grooten dunk, dien men van zijn persoon in het algemeen heeft; waanwijs en eigenwijs op de hooge gedachten, die men koestert van zijn verstand. Pedant noemt men hem, die tegenover anderen een hoogen dunk toont van zijne geleerdheid, bekwaamheid, talenten, enz. Hetzelfde wordt ook uitgedrukt door hoogwijs; dit is echter minder in gebruik. De ingebeelde schrijft zich hoedanigheden toe, die hij òf niet bezit, òf niet in die mate als hij denkt. Neuswijs wordt diegene genoemd, die met zijn neus overal bij is, om zijne kennis te luchten. Laatdunkendheid gaat met de opgenoemde gebreken hand aan hand; zij duidt de hooghartige, minachtende houding aan, die men in het besef zijner meerderheid tegen zijne omgeving aanneemt. Welk eene laatdunkendheid, zich, zoo als Lodewijk XIV deed, met de zon te vergelijken!

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0022 c