als woordenboektrefwoord:
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
als synoniem van een ander trefwoord:
woordverbanden van ‘verloochenen’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):
Iemand of iets verwerpen, de betrekking met een persoon verbreken of ontkennen. Afzweren, is onder eede verwerpen, of bij beëedigd besluit de gehoorzaamheid opzeggen aan een vorst. De Nederlanders hebben Filips II afgezworen. Luther heeft den Roomsch-Katholieken godsdienst afgezworen. Verloochenen en verzaken, de betrekking tot iemand loochenen of ontkennen, slaan daarentegen op een afval, die b.v. uit ontrouw of onverschilligheid voortspruit. Men verloochent zijne beginselen. Petrus verloochende den Heer. Men verzaakt zijne vrienden, zijn geloof. Troef verzaken beteekent geen troef bijspelen, terwijl men ze heeft. In de uitdrukking zijne ondeugden verzaken, heeft verzaken geen hatelijke beteekenis, evenmin als in de formule : verzaakt gij den duivel, etc.
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 147:
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 373:
woorden met een verwante vorm:
bij andere sites:
debug info: 0.0015 c