Vertaling van 'Überlegenheit' uit het Duits naar het Nederlands

Überlegenheit (zn):
meerderheid(de) —., overmacht(de) —., superioriteit(de) —., overhand(en) supremacy; superiority; dominant control., overwicht(en) supremacy; superiority; dominant control.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken