Vertaling van 'se retrouver' uit het Frans naar het Nederlands

se retrouver (ww):
afspreken(ca) Tenir una cita, trobar-se amb algú., belanden(en) arrive at a destination., terechtkomen(en) arrive at a destination., zich bevinden(sv) vara eller finna sig i en viss situation.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken