N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor gast.
gast (zn):
bewoner(lt) viešbučio gyventojas.
(lt) viešbučio gyventojas., bezetter(lt) viešbučio gyventojas.
(lt) viešbučio gyventojas., gaste(fr) Celui à qui on donne l’hospitalité..
(fr) —., gastheer(ca) Persona allotjada.
(ca) Persona allotjada., inwoner(lt) viešbučio gyventojas.
(lt) viešbučio gyventojas., klant(it) commensale.
(it) mandante., bezoeker(en) guest., gozer(en) male, man., kerel(en) male, man., maat(en) trade assistant., vent(en) male, man.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com