N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor soepelheid.
soepelheid (zn):
lenigheid(nl) —.
(en) the quality of being supple.
(nl) de mate waarin iets makkelijk vervormbaar is of buigbaar is., buigzaamheid(nl) —.
(nl) de mate waarin iets makkelijk vervormbaar is of buigbaar is., coulantie(nl) —.
(nl) het gemak waarmee iemand zich kan aanpassen aan een veranderende omstandigheid; het gemak waarmee iemand kan afwijken van geldende regels., gemakkelijkheid(nl) —.
(nl) het gemak waarmee iemand zich kan aanpassen aan een veranderende omstandigheid; het gemak waarmee iemand kan afwijken van geldende regels., inschikkelijkheid(nl) —.
(nl) het gemak waarmee iemand zich kan aanpassen aan een veranderende omstandigheid; het gemak waarmee iemand kan afwijken van geldende regels., souplesse(nl) —.
(nl) de mate waarin iets makkelijk vervormbaar is of buigbaar is., zachtheid(nl) —.
(nl) de mate waarin iets makkelijk vervormbaar is of buigbaar is., plooibaarheid(nl) de mate waarin iets makkelijk vervormbaar is of buigbaar is.
Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com