Nederlandse synoniemen voor 'voorhand'

voorhand (ww):
arrangeren(en) set or appoint beforehand., op(en) set or appoint beforehand., regelen(en) set or appoint beforehand., vastleggen(en) set or appoint beforehand., voorvoegen(en) set or appoint beforehand.

voorhand (zn):
voorgestel(nl) (paardrijden) het voorste gedeelte van een paard.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken