stoet

als woordenboektrefwoord:

stoet:
m. (-en), gevolg ; optocht.
stoet:
v. (-en), broodsoort.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

stoet (zn) :
gevolg, rij, omgang, optocht, trein, processie, suite, sleep
stoet (zn) :
massa, meute, schare, drom
stoet (zn) :
roggemik

als synoniem van een ander trefwoord:

menigte (zn) :
troep, massa, macht, stoet, leger, legioen, heer, stroom, kudde, schep, zwerm, samenscholing, schaar, meute, gedrang, sleep, schare, mensenzee, legerschaar, mensenmenigte, mensenmassa, drom, myriade
rij (zn) :
groep, serie, stoet, reeks, keten, volgorde, rang, haag, file, gelid, colonne, opeenvolging, aaneenschakeling, kordon, queue, ris, resem
stroom (zn) :
massa, berg, uitbarsting, golf, stoet, vloed, overvloed, menigte, stortvloed, straal, toevloed, uitstorting
gevolg (zn) :
kring, stoet, hofhouding, geleide, suite, entourage, volgelingen, hofstoet, cortège
omgang (zn) :
stoet, optocht, ronde, rondgang, processie, ommegang
sleep (zn) :
troep, stoet, menigte, rits, rij, sliert, zeelt
optocht (zn) :
stoet, omgang, processie, corso
defilé (zn) :
stoet, parade, optocht
trein (zn) :
stoet

woordverbanden van ‘stoet’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 238:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0029 c