vrouw

als woordenboektrefwoord:

vrouw:
v. (-en). vrouwtje, o. (-s).

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

vrouw (zn) :
dame, mevrouw, mens, wijf, juffrouw, vrouwmens, vrouwspersoon, mannin
vrouw (zn) :
echtgenote, eega, gemalin
vrouw (zn) :
tante, mokkel, wijfie

als synoniem van een ander trefwoord:

eega (zn) :
levenspartner, echtgenote, vrouw, man, echtgenoot, wederhelft, gemaal, levensgezel, gade, gemalin, levensgezellin
echtgenote (zn) :
levenspartner, vrouw, wederhelft, gade, eega, gemalin, levensgezellin
juffrouw (zn) :
dame, vrouw, meisje, mevrouw, jongedame, juffertje, juffer, signorina
wijf (zn) :
echtgenote, vrouw, gade, eega, gemalin
wijf (zn) :
vrouw, mens, vrouwmens, vrouwspersoon
dame (zn) :
vrouw, mevrouw, madam

woordverbanden van ‘vrouw’ grafisch weergegeven

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 308:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

vrouw
echtgenoot, heer, man, meneer, mijnheer

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0037 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.