dekken

als woordenboektrefwoord:

dekken:

(dekte, gedekt), Bedekken; een tekort dekken, in het ontbrekende voorzien.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

dekken (ww) :

bedekken, verbergen, camoufleren, toedekken, maskeren, beschutten, overdekken

dekken (ww) :

beveiligen, verdedigen, beschermen, afschermen, beschutten

dekken (ww) :

bevruchten, paren, bespringen, neuken

dekken (ww) :

vergoeden, verzekeren, vrijwaren

dekken (ww) :

steunen

als synoniem van een ander trefwoord:

bedekken (ww) :

kleden, verhullen, behangen, omkleden, bekleden, afdekken, dekken, beleggen, verbergen, overtrekken, toedekken, overladen, omhullen, bedelven, overdekken, hullen, overtijgen, omsluieren

beschermen (ww) :

bewaken, bewaren, hoeden, beveiligen, behoeden, behouden, afdekken, bedekken, verdedigen, dekken, afschermen, vrijwaren, beschutten, schutten, preserveren, protegeren

vergoeden (ww) :

lonen, goedmaken, belonen, dekken, teruggeven, herstellen, betaald zetten, vergelden, compenseren, terugbetalen, restitueren, schadeloosstellen, rembourseren

vrijwaren (ww) :

bewaren, sparen, beveiligen, behoeden, beschermen, dekken, beschutten, preserveren, protegeren

overeenstemmen (ww) :

passen, beantwoorden, kloppen, overeenkomen, rijmen, dekken, stroken, gelijken

beveiligen (ww) :

bewaken, behoeden, beschermen, dekken, garanderen, beschutten, zekeren

verdedigen (ww) :

beveiligen, behoeden, beschermen, dekken, verweren, beschutten

verzekeren (ww) :

dekken, indekken, assureren, secureren

woordverbanden van ‘dekken’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 35:

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 268:

woorden met een verwante vorm:

bij andere sites: