droog

als woordenboektrefwoord:

droog:
bn. (droger, -st), niet vochtig ; een droog mens, vervelend.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

droog (bn) :
kurkdroog, schraal, dor, verdord, verschrompeld, spakerig, zoor
droog (bn) :
langdradig, kleurloos, leeg, saai, vervelend
droog (bn) :
kalm, nuchter, laconiek
droog (bn) :
ongesmeerd
droog (bn) :
sec, dry

als synoniem van een ander trefwoord:

saai (bn) :
maf, langdradig, taai, druilerig, slaapverwekkend, mat, droog, eentonig, kleurloos, vervelend, doods, geestdodend, doorsnee, alledaags, duf, monotoon, dor, lijzig, trutterig, onverteerbaar, oninteressant, geesteloos, afstompend, zerp
nuchter (bn) :
zakelijk, kalm, realistisch, bekwaam, onbewogen, koel, koeltjes, droog, vlak, bedaard, droogjes, onaandoenlijk, bezadigd, prozaïsch
dor (bn) :
onvruchtbaar, schraal, droog, dood, verdroogd, verschrompeld, uitgedroogd
prozaïsch (bn) :
realistisch, droog, nuchter, praktisch, alledaags
melig (bn) :
droog, overrijp, poederachtig, meelachtig
schraal (bn) :
onvruchtbaar, dun, droog, iel, dor, kwarrig
dor (bn) :
onbewogen, droog, saai, vervelend
ambtelijk (bn) :
zakelijk, droog, bureaucratisch
schriel (bn) :
droog, guur
dry (bn) :
droog, sec
sec (bn) :
droog, dry
scherp (bn) :
droog

woordverbanden van ‘droog’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

droog
nat

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord / bijwoord
werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0112 nc