uitzetten

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

uitzetten (ww) :

verdrijven, verjagen, verwijderen, uitwijzen

uitzetten (ww) :

uitschakelen, uitdraaien, afzetten, uitdoen

uitzetten (ww) :

opzetten, vergroten, zwellen, verwijden

uitzetten (ww) :

markeren, afbakenen, uitmeten

uitzetten (ww) :

uitspreiden, openzetten

uitzetten (ww) :

ontplooien, spannen

uitzetten (ww) :

uithalen, uitspoken

uitzetten (ww) :

uitpoten

uitzetten (ww) :

planten

als synoniem van een ander trefwoord:

stoppen (ww) :

blokkeren, ophouden, afslaan, afhaken, laten, besluiten, afbreken, staken, uitzetten, eindigen, doen ophouden, tegenhouden, neerleggen, stopzetten, beëindigen, stilleggen, uitscheiden, stilzetten, termineren

afbakenen (ww) :

bepalen, uitstippelen, beperken, aanwijzen, uitzetten, afzetten, aanduiden, traceren, afgrenzen, demarqueren, afpalen, afperken

ontplooien (ww) :

rijpen, vormen, uitrollen, uiteenzetten, uitzetten, ontwikkelen, uitspreiden, ontvouwen, ontrollen

uitstallen (ww) :

uitpakken, uitzetten, tentoonstellen, te kijk zetten, vertonen, etaleren, tentoonspreiden

afzetten (ww) :

uitschakelen, uitdraaien, uitzetten, uittrekken, stilzetten, uitdoen, afduwen

opzetten (ww) :

opblazen, uitzetten, zwellen, opkomen, opzwellen, uitdijen, aanzwellen

expanderen (ww) :

uitbreiden, vergroten, uitzetten, vermeerderen, verruimen, verwijden

verdrijven (ww) :

verbannen, uitzetten, verjagen, wegjagen, eruit zetten, uitbannen

verjagen (ww) :

verdrijven, uitzetten, uitdrijven, uitwijzen, uitwerpen, bannen

traceren (ww) :

schetsen, uitzetten, aftekenen, afbakenen, uittekenen

uitdijen (ww) :

groeien, uitgroeien, uitzetten, zwellen, opzwellen

zwellen (ww) :

opzetten, uitzetten, opzwellen, uitdijen, opbollen

werken (ww) :

krimpen, scheuren, uitzetten, bewegen, verzakken

uitschakelen (ww) :

uitdraaien, uitzetten, afzetten, uitdoen

uitstippelen (ww) :

ontwerpen, uitzetten, plannen, aangeven

beleggen (ww) :

uitzetten, investeren, steken in

rekken (ww) :

meegeven, uitzetten, opzwellen

uitwijzen (ww) :

uitzetten, verjagen, bannen

rijzen (ww) :

uitzetten, opzwellen

oprijzen (ww) :

uitzetten, zwellen

woordverbanden van ‘uitzetten’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 287:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 386:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

uitzetten ≠

aanzetten, comprimeren, inkrimpen, inschakelen, krimpen, samendrukken, slinken, verschrompelen

woorden met een verwante vorm:

zie ook:

bij andere sites: