als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
als synoniem van een ander trefwoord:
woordverbanden van ‘uittrekken’ grafisch weergegeven
in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):
Het zich ontdoen van kleedingstukken of sieraden. Afleggen verschilt hierin van afdoen, dat het onderstelt dat het afdoen met zorg geschiedt, en dat het afgedane behoorlijk wordt weggelegd. Bij uitbreiding ook: voor goed ter zijde leggen, om het niet weer aan te doen. Figuurlijk wordt het ook gebezigd van hoedanigheden, gezindheden, enz. Zijne kroon afleggen; wrok, haat, angst, rouw, droefheid afleggen. Afwerpen staat tegenover aandoen; uitschieten en uittrekken tegenover aanschieten en aantrekken; zie bij aandoen.
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 118:
in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 219:
in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):
woorden met een verwante vorm:
bij andere sites:
debug info: 0.0024 c