trekken

als woordenboektrefwoord:

trekken:

(trok, getrokken).

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

trekken (ww) :

halen, uithalen, rukken, slepen, uittrekken, sleuren, sjorren, voorttrekken, meetrekken

trekken (ww) :

voeren, wegtrekken, reizen, rondtrekken, gaan, zwerven, toeren, migreren, tiegen, tijgen

trekken (ww) :

uittrekken, destilleren, distilleren, extraheren

trekken (ww) :

bekoren, aantrekken, lokken, aanlokken

trekken (ww) :

aftrekken, rukken, masturberen

trekken (ww) :

ontvangen, betrekken, krijgen

trekken (ww) :

zuigen, hijsen

trekken (ww) :

tochten

trekken (ww) :

kweken

trekken (ww) :

buigen

trekken (ww) :

loten

trekken (zn) :

gelaatstrekken

als synoniem van een ander trefwoord:

ontvangen (ww) :

overnemen, trekken, winnen, aannemen, verkrijgen, incasseren, genieten, verwerven, in ontvangst nemen, krijgen, bekomen, innen, toucheren, beuren, percipiëren, binnenkrijgen, capteren

gaan (ww) :

handelen, reizen, trekken, komen, fietsen, inslaan, lopen, keren, koersen, bewegen, varen, rijden, kenteren, zich voortbewegen, zich bewegen, zich begeven, tiegen, doorreizen, tijgen

uithalen (ww) :

trekken, afhalen, weghalen, uitnemen, uittrekken, uitrukken, rooien, wieden, afrukken, benemen, ontrukken, lostrekken

zwerven (ww) :

trekken, dwalen, rondtrekken, dobberen, zwalken, banjeren, dolen, ronddolen, landlopen, omdolen

reizen (ww) :

onderweg zijn, trekken, rondreizen, rondtrekken, gaan, toeren, forenzen, omreizen, rondtoeren

slepen (ww) :

trekken, meeslepen, sleuren, zeulen, voorttrekken, voortslepen, slieren, boegseren

uittrekken (ww) :

uithalen, trekken, aftrekken, uitrukken, extraheren, lostrekken

voeren (ww) :

trekken, besturen, rijden, leiden, geleiden, mennen

zich begeven (ww) :

voeren, reizen, trekken, treden, gaan, zich bewegen

halen (ww) :

trekken, inhalen, optrekken, betrekken

sjorren (ww) :

trekken, sjouwen, dragen, slepen

toeren (ww) :

reizen, trekken, rondtrekken

plukken (ww) :

trekken, rukken, pulken

tijgen (ww) :

trekken, gaan, tiegen

zetten (ww) :

trekken, opzetten

aanlokken (ww) :

trekken, lokken

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 121:

woorden met een verwante vorm:

zie ook:

bij andere sites: