wisselen

als woordenboektrefwoord:

wisselen:
(gewisseld), ruilen ; woorden wisselen, in gesprek zijn ; (ook) geschil hebben; veranderen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

wisselen (ww) :
inwisselen, omruilen, verwisselen, inruilen, verruilen
wisselen (ww) :
veranderen, afwisselen, variëren
wisselen (ww) :
ruilen, omwisselen, verruilen
wisselen (ww) :
verzilveren

als synoniem van een ander trefwoord:

veranderen (ww) :
wijzigen, afwisselen, keren, anders worden, wisselen, overgaan, transformeren, verkeren, variëren, omslaan, muteren, fluctueren, kenteren, changeren
verwisselen (ww) :
veranderen, omruilen, afwisselen, vernieuwen, vervangen, wisselen, ruilen, verruilen, changeren, permuteren
verschillen (ww) :
ontlopen, afwijken, wisselen, variëren, uiteenlopen, schelen, verschelen
schommelen (ww) :
wisselen, golven, op en neer gaan, fluctueren
variëren (ww) :
verschillen, afwijken, wisselen, uiteenlopen
variëren (ww) :
wijzigen, veranderen, afwisselen, wisselen
uiteenlopen (ww) :
verschillen, wisselen, variëren
fluctueren (ww) :
schommelen, wisselen, golven
verzilveren (ww) :
wisselen, innen
keren (ww) :
wisselen

woordverbanden van ‘wisselen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

wisselen:
verwisselen

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0017 c