lijn
als woordenboektrefwoord:
- lijn:
- v. (-en), dun touw ; streep.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
- lijn (zn) :
- haal, trek, streep, plooi, streek, rimpel, kras, linie, groef, linea, schrab
- lijn (zn) :
- productielijn, machinestraat, montageband, lopende band
- lijn (zn) :
- aanpak, koers, strategie, beleid, tactiek, beleidslijn
- lijn (zn) :
- snoer, touw, snaar, draad, koord, spantouw, spanlijn
- lijn (zn) :
- samenhang, verbinding, verband, coherentie
- lijn (zn) :
- traject, baanvak, spoortraject
- lijn (zn) :
- ketting, teugel, toom, leiband
- lijn (zn) :
- omtrek, grens, rand
- lijn (zn) :
- verlengde, verloop
- lijn (zn) :
- regel, richtlijn
als synoniem van een ander trefwoord:
- scheiding (zn) :
- grens, indeling, afscheiding, splitsing, ontbinding, lijn, afzondering, ontleding, separatie, scheuring, losmaking, verbreking, scheidslijn
- verband (zn) :
- kader, samenhang, verhouding, betrekking, verbinding, relatie, lijn, context, cohesie, correlatie, coherentie, ineenvoeging
- verloop (zn) :
- gang, afloop, koers, loop, evolutie, proces, toedracht, ontwikkeling, lijn, beloop, ontwikkelingsgang
- consistentie (zn) :
- samenhang, systematiek, continuïteit, lijn, coherentie, duurzaamheid, consequentheid
- verbinding (zn) :
- telefoonlijn, communicatie, verkeer, lijn, verstandhouding, telefoonverbinding
- streep (zn) :
- trek, haal, streek, schreef, lijn, strook, linie, meet, onderstreping, doorhaling
- patroon (zn) :
- model, voorbeeld, vorm, tekening, lijn, ordening, sjabloon, dessin, knippatroon
- rand (zn) :
- omtrek, grens, boord, lijst, lijn, zoom, kant, strook, trans, omboordsel, limbus
- riem (zn) :
- koppel, band, gordel, snaar, ring, singel, lijn, riempje, drijfriem, bretel
- samenhang (zn) :
- continuïteit, lijn, consistentie, cohesie, coherentie
- omtrek (zn) :
- rand, lijn, zoom, omlijning, contour, wijdte, rondte
- draad (zn) :
- snoer, touw, streng, snaar, kabel, lijn, koord, fil
- touw (zn) :
- reep, band, tros, draad, kabel, lijn, koord, zeel
- koord (zn) :
- snoer, band, touw, streng, draad, kabel, lijn
- teugel (zn) :
- lijn, toom, leidsel, breidel, zeel
- raam (zn) :
- kader, strekking, lijn
- balk (zn) :
- band, streep, lijn
- linie (zn) :
- streep, lijn
- streek (zn) :
- streep, lijn
- regel (zn) :
- lijn, linie
- linea (zn) :
- lijn
- trek (zn) :
- lijn
woordverbanden van ‘lijn’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):
Van deze verschillende namen voor bindtuig is touw de algemeene naam. Koord is fijner gevlochten dan touw; eene lijn is een lang touw, dat gebruikt wordt om iets te trekken of vast te houden. Reep is een breed gevlochten touw, dat bij paardentuigen en aan boord van schepen gebruikt wordt, terwijl kabel een touw is van aanmerkelijke dikte om zware voorwerpen, als ankers, aan te bevestigen.
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 196:
woorden met een verwante vorm:
zie ook:
bij andere sites:
debug info: 0.0027 c
