neiging

als woordenboektrefwoord:

neiging:
v. (-en), begeerte.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

neiging (zn) :
trek, zucht, voorkeur, genie, zin, lust, drang, liefhebberij, sentiment, genegenheid, trend, begeerte, aandrang, tendens, aandrift, overhelling, geneigdheid, toegenegenheid, vocatie, inclinatie
neiging (zn) :
aanleg, natuur, karaktertrek, predispositie, voorbeschiktheid, tendentie
neiging (zn) :
stemming, stroming, gezindheid

als synoniem van een ander trefwoord:

lust (zn) :
trek, genie, zin, verlangen, ambitie, neiging, genegenheid, drift, begeerte, animo, libido, gading, meug, aandrift, goesting, geneigdheid, zinnigheid, vocatie
begeerte (zn) :
zucht, wens, zin, dorst, honger, verlangen, lust, gretigheid, neiging, drang, smacht, hunkering, libido, belustheid, begerigheid, begeerlijkheid
drift (zn) :
zucht, opwinding, vuur, passie, hevigheid, neiging, hartstocht, begeerte, aandrift, opgewondenheid, onstuimigheid, impetuositeit
natuur (zn) :
zijn, type, wezen, persoonlijkheid, aanleg, aard, profiel, karakter, neiging, temperament, geaardheid, gestel, inborst, complexie
zin (zn) :
smaak, wens, trek, voorliefde, wil, lust, neiging, genoegen, liefhebberij, puf, begeerte, animo, gezindheid, gading, meug, goesting
drang (zn) :
druk, kracht, dorst, verlangen, impuls, neiging, behoefte, opwelling, begeerte, aandrang, pressie, aandrift
trend (zn) :
stroming, ontwikkeling, neiging, tendens, ontwikkelingslijn, geneigdheid, tendentie
aard (zn) :
wezen, karakter, neiging, natuur, gesteldheid, temperament, geaardheid, inborst
stroming (zn) :
richting, school, neiging, beweging, trend, tendens, denkrichting, tendentie
zucht (zn) :
streven, woede, neiging, liefhebberij, drift, begeerte, manie
gevoel (zn) :
neiging, drang, aandrang, aandrift, geneigdheid, inclinatie
geneigdheid (zn) :
neiging, genegenheid, tendens, tendentie, inclinatie
opwelling (zn) :
inval, neiging, drang, spontaniteit, vlaag, aandrift
trek (zn) :
zin, verlangen, lust, eetlust, neiging, puf, goesting
voorliefde (zn) :
voorkeur, zin, zwak, neiging, hang, preferentie
voorkeur (zn) :
smaak, voorliefde, zwak, neiging, preferentie
tendens (zn) :
stemming, neiging, hang, trend, geneigdheid
trek (zn) :
trekje, eigenschap, neiging, karaktertrek
liefhebberij (zn) :
plezier, zin, genot, lust, neiging, animo
inclinatie (zn) :
liefde, neiging, geneigdheid
genegenheid (zn) :
lust, neiging, geneigdheid
gezindheid (zn) :
zin, aanleg, lust, neiging
prikkel (zn) :
impuls, neiging, stimulus
smaak (zn) :
voorkeur, neiging, meug
aanvechting (zn) :
neiging, drang

woordverbanden van ‘neiging’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Over wensch, verlangen, begeerte en dorst, substantiva bij de hiervoor genoemde werkwoorden behoorende, zie het voorgaande. Lust is eene begeerte, door welker verwezenlijking onze zinnen aangenaam worden aangedaan; zij veronderstelt het vooruitzicht van genot. Zucht is eene sterke, aanhoudende begeerte, waaraan eigenlijk iets ziekelijks eigen is. Begeerlijkheid duidt eene sterke begeerte aan, die niet binnen de perken blijft en daardoor laakbaar is; zij veronderstelt meest begeerte naar bezit. Begeerlijkheid en lust hebben ook eene actieve beteekenis, zie begeerlijkheid. Trek is de lust om te voldoen aan hetgeen men begeert. Neiging is zwakker; het veronderstelt een licht overhellen, doch zonder bepaald bewustzijn van begeerte. Geneigdheid geeft het geneigd zijn tot iets te kennen, 't zij dat men dit van nature is, 't zij als gevolg van overleg.

Buiging is het algemeene woord. Het duidt aan eene beleefde begroeting door het lichaam te buigen; bij voorkeur wordt het van eene dergelijke begroeting van een heer gezegd. Nijging is de kniebuiging door eene dame gemaakt ten teeken van begroeting of eerbiedsbetoon. Dienaresse of reverence is de nijging, die eene dame maakt; dewijl in vroegeren tijd hierbij gezegd werd „ik ben uwe dienaresse", heeft deze buiging ook den naam van dienaresse gekregen. Het door het Fransch aan het Latijn ontleende woord reverence beteekent eerbiedsbewijs.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 475:

neiging, genegenheid

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 475:

neiging, helling

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0051 c