stompen

als woordenboektrefwoord:

stompen:
(gestompt), stompen geven.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

stompen (ww) :
stoten, slaan, boksen, porren, bonken, neuken, bonzen

als synoniem van een ander trefwoord:

slaan (ww) :
treffen, knallen, uithalen, stoten, vechten, stompen, meppen, mishandelen, rammen, raken, timmeren, smakken, klappen geven, beuken, straffen, hameren, stampen, neuken, knuppelen, turven, hengsten, afranselen, afrossen, kwakken, ranselen, kastijden, keilen, geselen, houwen, kleunen, petsen, op de broek geven, pekken, rammeien
porren (ww) :
stoten, aanstoten, stompen, duwen, woelen, steken, oprakelen, poken, oppoken, een stoot geven, koteren
bonzen (ww) :
stoten, stompen, slaan, botsen, kloppen, beuken, bonken, ploffen, dreunen
stoten (ww) :
stompen, slaan, prikken, drukken, duwen, porren, steken, percuteren
neuken (ww) :
stoten, stompen, slaan, duwen

woordverbanden van ‘stompen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

stompen:
stoten

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0035 c