spil

als woordenboektrefwoord:

spil:
v. (-len), as. spilletje, o. (-s).
spil:
o. (-len), windas.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

spil (zn) :
middelpunt, sleutelfiguur, stuwende kracht, inspirator, centrale figuur
spil (zn) :
pen, stift, as, spindel, omwentelingsas, stander, taats
spil (zn) :
midhalf

als synoniem van een ander trefwoord:

essentie (zn) :
zwaartepunt, hart, wezen, grond, bodem, kern, hoofdzaak, kernpunt, substantie, hoofdpunt, spil, wezenlijkheid, wezenlijke, kwintessens
hart (zn) :
wezen, zwaartepunt, grond, bodem, hoofdzaak, kernpunt, substantie, essentie, hoofdpunt, spil, kwintessens
tap (zn) :
stop, pin, prop, plug, spil, spon, draaibout, deuvik
ziel (zn) :
hart, kern, spil, spirit, drijfkracht
middelpunt (zn) :
hoofdpersoon, spil
as (zn) :
spil
stander (zn) :
spil

woordverbanden van ‘spil’ grafisch weergegeven

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0093 nc

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.