beëindigen

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

beëindigen (ww) :
afronden, ophouden, afwerken, afbouwen, volbrengen, besluiten, voltooien, afbreken, bijleggen, uitmaken, eindigen, afzien van, afsluiten, afmaken, opheffen, sluiten, afkappen, stopzetten, afzoenen
beëindigen (ww) :
afdrinken

als synoniem van een ander trefwoord:

stoppen (ww) :
blokkeren, ophouden, afslaan, afhaken, laten, besluiten, afbreken, staken, uitzetten, eindigen, doen ophouden, tegenhouden, neerleggen, stopzetten, beëindigen, stilleggen, uitscheiden, stilzetten, termineren
opheffen (ww) :
oplossen, ontbinden, afschaffen, vernietigen, staken, ontkrachten, verbieden, eindigen, intrekken, sluiten, opdoeken, herroepen, stopzetten, beëindigen, liquideren, afgelasten, tenietdoen, supprimeren
afronden (ww) :
afwerken, afbouwen, voltooien, afwikkelen, eindigen, afmaken, beëindigen, finishen, afkrijgen, completeren, vervolmaken, klaarkrijgen, de laatste hand leggen aan, volvoeren, voleindigen, voleinden
eindigen (ww) :
afwerken, ophouden, afronden, stoppen, besluiten, voltooien, afbreken, klaarkomen, afhandelen, afsluiten, afmaken, sluiten, beëindigen, uitscheiden, einden, termineren, een eind maken, voleindigen
afzien (ww) :
opgeven, laten schieten, afstappen van, staken, prijsgeven, afstand doen, laten varen, beëindigen
afschaffen (ww) :
afbouwen, opheffen, intrekken, sluiten, opdoeken, annuleren, beëindigen, afgelasten, supprimeren
afdoen (ww) :
afwerken, volbrengen, afraffelen, afhandelen, afmaken, beëindigen, termineren
uitmaken (ww) :
afbreken, verbreken, uitwissen, verwijderen, uitvegen, beëindigen, wegmaken
staken (ww) :
opgeven, afbreken, in staking gaan, ophouden met, stopzetten, beëindigen
voltooien (ww) :
afronden, eindigen, afmaken, beëindigen, volmaken, voleindigen, voleinden
besluiten (ww) :
stoppen, voltooien, eindigen, afsluiten, afmaken, beëindigen, termineren
sluiten (ww) :
besluiten, eindigen, afsluiten, opheffen, opdoeken, beëindigen
afmaken (ww) :
afwerken, afronden, voltooien, beëindigen, termineren
afsluiten (ww) :
stoppen, besluiten, eindigen, beëindigen, termineren
afwerken (ww) :
volbrengen, voltooien, eindigen, afmaken, beëindigen
verbreken (ww) :
onderbreken, afbreken, losbreken, breken, beëindigen
breken (ww) :
onderbreken, afbreken, beëindigen
schorsen (ww) :
staken, stopzetten, beëindigen
afbouwen (ww) :
ontmantelen, beëindigen
afbreken (ww) :
stopzetten, beëindigen
afblazen (ww) :
beëindigen, affluiten
oplossen (ww) :
beëindigen
opzeggen (ww) :
beëindigen

woordverbanden van ‘beëindigen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

beëindigen:
schikken (niet: eindigen)
schikken:
bijleggen, beëindigen

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

beëindigen
continueren, beginnen, oprichten, stichten

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0028 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.