buitensporig

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

buitensporig (bn) :
onredelijk, losbandig, overdreven, verbazend, bovenmatig, ongehoord, overmatig, overdadig, extreem, ongerijmd, mateloos, excessief, verregaand, exorbitant, tomeloos, onmatig, teugelloos
buitensporig (bw) :
oneindig, ontstellend, onhebbelijk

als synoniem van een ander trefwoord:

ongewoon (bn) :
nieuw, buitengewoon, bijzonder, verrassend, bizar, abnormaal, zeldzaam, ongekend, afwijkend, raar, merkwaardig, vreemd, origineel, ongebruikelijk, opmerkelijk, buitensporig, zonderling, excentriek, buitengemeen, onalledaags, buitenissig, singulier, vreemdsoortig, extraordinair
losbandig (bn) :
slordig, lichtzinnig, los, licht, ongebonden, ongeregeld, aanstootgevend, buitensporig, extravagant, lichtvaardig, liederlijk, tomeloos, bandeloos, zedeloos
overdadig (bn) :
overdreven, bovenmatig, overmatig, buitensporig, overvloedig, extravagant, luxueus, weelderig, kwistig, onmatig, copieus, verkwistend, lucullisch
overmatig (bn) :
overdreven, bovenmatig, overdadig, uitermate, uitbundig, buitensporig, mateloos, excessief, grenzeloos, buitengemeen, onmatig
waanzinnig (bn) :
buitengewoon, verschrikkelijk, abnormaal, uiterst, geweldig, ontzettend, vreselijk, buitensporig, ontstellend, hartstikke
bovenmatig (bn) :
buitengewoon, overdreven, overmatig, overdadig, buitensporig, mateloos, excessief, buitengemeen, onmatig, prodigieus
ongerijmd (bn) :
dwaas, onlogisch, idioot, onzinnig, belachelijk, ongepast, absurd, buitensporig, averechts, zot, inept, disparaat
tomeloos (bn) :
losbandig, buitensporig, onstuimig, bandeloos, ongebreideld, teugelloos, onbeteugeld, onbedwongen, breidelloos
teugelloos (bn) :
onbeperkt, ongecontroleerd, buitensporig, tomeloos, bandeloos, ongebreideld, onbelemmerd
mateloos (bn) :
bovenmatig, overmatig, onbegrensd, buitensporig, onmetelijk, grenzeloos, onmatig
overspannen (bn) :
overdreven, opgewonden, gespannen, buitensporig, geëxalteerd, overprikkeld
onmatig (bn) :
hevig, overdreven, overmatig, overdadig, buitensporig, onbeteugeld
overdreven (bn) :
extreem, buitensporig, theatraal, extravagant, exorbitant, grotesk
extravagant (bn) :
overdreven, buitensporig, excentriek, flamboyant, verkwistend
exorbitant (bn) :
overdreven, bovenmatig, ongehoord, extreem, buitensporig
grotesk (bn) :
bespottelijk, mal, buitensporig, potsierlijk, mallotig
excessief (bn) :
bovenmatig, overmatig, overdadig, buitensporig
allemachtig (bn) :
reusachtig, geweldig, enorm, buitensporig
oneindig (bn) :
buitensporig, mateloos, oeverloos
astronomisch (bn) :
enorm, gigantisch, buitensporig
ongehoord (bn) :
buitensporig, hemeltergend
dwaas (bn) :
overdreven, buitensporig
onfatsoenlijk (bn) :
buitensporig
zeer (bw) :
flink, duivels, nogal, krachtig, zo, bitter, uitzonderlijk, buitensporig
buitengewoon (bw) :
overdadig, buitensporig, excessief
onhebbelijk (bw) :
uitzonderlijk, buitensporig

woordverbanden van ‘buitensporig’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

buitensporig
courant, doorsnee, gangbaar, gebruikelijk, gewoon, normaal, normaliter

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c