gewoon

als woordenboektrefwoord:

gewoon:
bn. bw. (gewoner, meest -), dagelijks gebeurende ; gewend.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

gewoon (bn) :
eenvoudig, simpel, gemeen, regelmatig, gemiddeld, gebruikelijk, vast, middelmatig, normaal, algemeen, doorsnee, ordinair, alledaags, gangbaar
gewoon (bn) :
eenvoudig, onopvallend, ordinair, alledaags, banaal
gewoon (bw) :
simpelweg, zonder meer, volstrekt, ronduit, gewoonweg, eenvoudigweg
gewoon (bw) :
onbetekenend, karakterloos
gewoon (bw) :
zomaar, domweg
gewoon (bw) :
gewend

als synoniem van een ander trefwoord:

normaal (bn) :
regelmatig, gemiddeld, gebruikelijk, gewoonlijk, gewoon, normaliter, doorgaans, standaard, in orde, doorsnee, gangbaar, in de regel
onbetekenend (bn) :
onbelangrijk, gewoon, middelmatig, ondermaats, onbeduidend, gering, nietig, onaanzienlijk, nietsbetekenend, beuzelachtig
ordinair (bn) :
plat, gemeen, smakeloos, minderwaardig, gebruikelijk, min, gewoon, onbeschaafd, alledaags, gering, vulgair, banaal
afgezaagd (bn) :
versleten, verouderd, oud, gewoon, melig, flauw, alledaags, passé, oudbakken, clichématig, zouteloos
gemeenzaam (bn) :
vertrouwelijk, populair, ongedwongen, gewoon, intiem, eigen, gemoedelijk, familiair, familiaar
gebruikelijk (bn) :
bekend, gewoonlijk, gewoon, normaal, gevestigd, conventioneel, traditioneel, gangbaar, usueel
eenvoudig (bn) :
natuurlijk, simpel, bescheiden, enkelvoudig, gewoon, alledaags, sober, ongecompliceerd
gangbaar (bn) :
dagelijks, gebruikelijk, gewoon, gevestigd, algemeen erkend, courant, veelvoorkomend
algemeen (bn) :
gemeen, generaal, gewoon, universeel, alledaags, gangbaar, veelvoorkomend, heersend
middelmatig (bn) :
matig, redelijk, gewoon, zwak, tamelijk, onbeduidend, modaal, zozo, lala, mediocre
gemeen (bn) :
grof, eenvoudig, gewoon, ordinair, alledaags, volks, vulgair, triviaal
gemiddeld (bn) :
middelbaar, gewoon, middelmatig, normaal, doorsnee, modaal, doorsnee-
traditioneel (bn) :
gebruikelijk, gewoon, overgeleverd, aloud
dagelijks (bn) :
gewoon, geregeld, alledaags, daags
triviaal (bn) :
gewoon, alledaags, volks
conventioneel (bn) :
gewoon, traditioneel
populair (bn) :
gewoon, gemeenzaam
volks (bn) :
gewoon, plebejisch
gewend (bn) :
gewoon
gewoonweg (bw) :
werkelijk, simpelweg, uitgesproken, bepaald, gewoon, compleet, ronduit, domweg, eenvoudigweg, vlakweg, slechtweg, doodeenvoudig, gladweg
regelmatig (bw) :
vaak, nauwkeurig, behoorlijk, gewoon, geregeld, gelijkmatig, regulier, ordelijk, courant, regulair
simpelweg (bw) :
simpel, eenvoudig, gewoon, ronduit, gewoonweg, eenvoudigweg
simpel (bw) :
simpelweg, gewoon, ronduit, gewoonweg, eenvoudigweg
alledaags (av) :
doodgewoon, onopvallend, gewoon, algemeen, doorsnee, onbeduidend, ordinair, banaal, triviaal, prozaïsch

woordverbanden van ‘gewoon’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

gewoon
abnormaal, bijzonder, buitengewoon, buitensporig, curieus, eigenaardig, excentriek, exceptioneel, extreem, gek, hoogst, merkwaardig, ongewoon, pathologisch, raar, speciaal, typisch, uitzonderlijk, vreemd, wonderlijk

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord
bijwoord / bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c