grauw

als woordenboektrefwoord:

grauw:
m. (-en), hard woord.
grauw:
o. gemeen volk.
grauw:
o. grauwe kleur.
grauw:
bn. (-er, -st), grijs ; vaal wit.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

grauw (bn) :
donkergrijs, grijs, vaalzwart, aardkleurig
grauw (bn) :
kleurloos, grijs, viezig, vaal
grauw (bn) :
smoezelig, groezelig
grauw (zn) :
massa, schuim, gepeupel, schorremorrie, plebs, janhagel, crapuul
grauw (zn) :
uitbrander, snauw, grom

als synoniem van een ander trefwoord:

gemeen (zn) :
schuim, gespuis, grauw, gepeupel, schorriemorrie, voetvolk, geboefte, plebs, geteisem, rapaille, goegemeente, de heffe des volks, racaille, janhagel, canaille, crapuul, falderappes
gepeupel (zn) :
gemeen, schorem, grauw, schorremorrie, plebs, rapaille, janhagel, Jan Rap, de heffe des volks, canaille, crapuul
massa (zn) :
zee, volk, menigte, stroom, kudde, zwerm, schaar, grauw, meute, overhoop, gepeupel, drom, vulgus
volk (zn) :
grauw, werkvolk, gajes, plebs, klootjesvolk, crapuul
plebs (zn) :
grauw, gepeupel, schorremorrie, janhagel, crapuul
janhagel (zn) :
gemeen, gespuis, grauw, gepeupel, plebs
canaille (zn) :
gespuis, grauw, gepeupel, janhagel
grom (zn) :
grauw
vaal (bn) :
verkleurd, verbleekt, kleurloos, bleek, grauw, dof, flets, verschoten, fleps, groezig
smoezelig (bn) :
vettig, grauw, onfris, viezig, groezelig, beduimeld
groezelig (bn) :
goor, grauw, onfris, smoezelig, beduimeld, morsig
kleurloos (bn) :
eentonig, saai, slap, levenloos, duf, grauw
eentonig (bn) :
saai, vervelend, grauw, glansloos
grijs (bn) :
grauw, zilveren, muiskleurig

woordverbanden van ‘grauw’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0028 c