horten

als woordenboektrefwoord:

horten:
(hortte, gehort), stoten; niet gelukken ; haperen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

horten (ww) :
stoten, schokken, schudden, botsen
horten (ww) :
haperen, blijven steken

als synoniem van een ander trefwoord:

haperen (ww) :
stoten, aarzelen, stokken, hokken, hakkelen, schelen, mankeren, schorten, stamelen, weifelen, horten
schudden (ww) :
stoten, schommelen, schokken, beven, heen en weer bewegen, vibreren, horten
schokken (ww) :
schudden, stoten, schommelen, hobbelen, horten, hotsen, snokken
haperen (ww) :
haken, sputteren, blijven steken, horten
stoten (ww) :
schokken, stokken, haperen, horten

woordverbanden van ‘horten’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 259:

horten, stoten

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0027 c