mankeren

als woordenboektrefwoord:

mankeren:
(gemankeerd), in gebreke blijven ; ontbreken.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

mankeren (ww) :
missen, ontbreken, tekortkomen
mankeren (ww) :
haperen, schelen, schorten
mankeren (ww) :
verzuimen, nalaten
mankeren (ww) :
missen

als synoniem van een ander trefwoord:

haperen (ww) :
stoten, aarzelen, stokken, hokken, hakkelen, schelen, mankeren, schorten, stamelen, weifelen, horten
ontbreken (ww) :
falen, missen, mankeren, schorten, mangelen
missen (ww) :
ontbreken, mankeren, schorten
schorten (ww) :
ontbreken, haperen, mankeren
schelen (ww) :
haperen, mankeren, schorten

woordverbanden van ‘mankeren’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.004 c