langzaam

als woordenboektrefwoord:

langzaam:
bn. bw. (...zamer, -st), traag.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

langzaam (bn) :
zacht, traag, rustig, zachtjes, sloom, stapvoets, slepend, loom, lijzig, treuzelend, talmend, slow, traagzaam
langzaam (bn) :
lui, gemakzuchtig
langzaam (bn) :
adagio, lento
langzaam (bn) :
geleidelijk
langzaam (bw) :
zachtjes, zoetjes, geleidelijk

als synoniem van een ander trefwoord:

bedaard (bn) :
waardig, kalm, rustig, zachtjes, onbewogen, gerust, gelaten, nuchter, langzaam, beheerst, kalmpjes, weloverwogen, gelijkmoedig, bezonnen, bezadigd, gezapig
traag (bn) :
lui, suf, sloom, passief, slepend, langzaam, laks, lamlendig, log, loom, vadsig, lijzig, flegmatiek, inert, indolent, traagzaam
laks (bn) :
lui, traag, gemakzuchtig, onverschillig, sloom, slof, langzaam, lauw, zorgeloos, nalatig, nonchalant, vadsig, indolent
lui (bn) :
lusteloos, gemakzuchtig, sloom, langzaam, laks, futloos, energieloos, flegmatiek, indolent
sloom (bn) :
lui, kalm, traag, suf, onverschillig, saai, vervelend, slap, langzaam, laks, lijzig
loom (bn) :
slaperig, maf, traag, suf, mat, laf, slap, langzaam, futloos, log, pafferig, paf
traag (bn) :
slepend, langzaam, log, stug, loom
geleidelijk (bn) :
sluipend, langzaam, gradueel
zacht (bn) :
traag, langzaam, geleidelijk
lijzig (bn) :
saai, langzaam
geleidelijk (bw) :
vloeiend, stilletjes, stukje bij beetje, langzaam, langzamerhand, trapsgewijs, stilaan, langzaamaan, zoetjesaan, stapsgewijs
zachtjes (bw) :
kalm, stilletjes, kalm aan, langzaam, bedaard
zoetjes (bw) :
zachtjes, langzaam, langzaam aan, bedaard

woordverbanden van ‘langzaam’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

log, langzaam, loom, lui, traag, vadsig

Deze woorden drukken gebrek aan werklust uit. De luie heeft een afkeer van werken; de trage heeft geen ijver genoeg; de logge is plomp in zijne bewegingen; de loome is langzaam in zijne bewegingen; bij den logge is de lichaamsgestalte, bij den laatste eene aandoening van het lichaam door een invloed van buiten (b.v. warmte), of door eene ziekte, de oorzaak; de vadsige heeft het toppunt van luiheid en onverschilligheid bereikt. Wordt langzaam in gelijke beteekenis als traag gebezigd, dan geeft het eene eigenschap van den geest te kennen, die zich evenals traagheid, in gebrek aan ijver in de beweging uit.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 358:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

langzaam
gauw, haastig, hard, ijlings, rap, ras, snel, vlug

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0024 c