zak

als woordenboektrefwoord:

zak:
m. (-ken), om iets in te bergen, te vervoeren ; een zak guldens —; 600 ; een zak rijksdaalders —; 200 ; een zak koren —; 1 hl.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

zak (zn) :
buidel, draagtas, baal, tas
zak (zn) :
balzak, scrotum
zak (zn) :
lul, klootzak
zak (zn) :
ontslag

als synoniem van een ander trefwoord:

tas (zn) :
buidel, zak, valies, schoudertas, handtasje, city-bag, kazak, kabas
ontslag (zn) :
zak, afzetting, reform, congé, opzegging, ezelsstamp
klojo (zn) :
sufferd, klootzak, zak, kluns, domkop
boodschappentas (zn) :
zak, kazak, kabas, sacoche
balzak (zn) :
klootzak, zak, scrotum
buidel (zn) :
zak, buil

woordverbanden van ‘zak’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

baal:
zak, tas, buidel
buidel:
baal, zak, tas
tas:
zak
zak:
buidel, tas, baal

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Omkleedsel van buigzame stof om iets in te verzenden of te bewaren. Baal is een omkleedsel van linnen of matten, dat om koopmansgoederen gewikkeld en vastgenaaid is; zak een vooraf gereed gemaakt omkleedsel, waar goederen in worden gedaan, dat van boven open is en met een touw, dat om de opening gebonden wordt, dichtgemaakt kan worden. Buidel, buil, waarvoor ook zak gebruikt wordt, bezigt men meestal om een kleinen zak aan te duiden, hetzij van papier, hetzij van andere stof. Baal en zak worden soms gebruikt om eene bepaalde hoeveelheid van iets aan te duiden en vertegenwoordigen dan een zekere maat. Honderd balen koffie. Tien zak aardappels. Een buil met koffie.

Een voorwerp van buigzame stof om iets te dragen. Zak duidt dit begrip in het algemeen aan. Beurs wordt uitsluitend gebezigd van een zakje bestemd tot het dragen van geld. Figuurlijk duidt beurs het geld zelf aan: hij heeft eene goede beurs; ook wel de vaste toelage, die iemand uit een of ander fonds voor zijne studie ontvangt. Dit eene beurs studeeren. Het woord buidel is eenigszins verouderd en wordt slechts in enkele uitdrukkingen in de beteekenis van beurs of geldzak gehoord: met vollen buidel, een buidel met geld; den buidel lichten voor bestelen. De uitdrukking in den buidel of in den zak tasten heeft dezelfde beteekenis als de beurs trekken. Een zakje is gewoonlijk gemaakt van linnen, katoen of eene soortgelijke stof; eene tasch wordt veelal aan eene haak of aan eene draagband gedragen. Schooltasch, weitasch, beugeltasch, geldtasch.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 177:

baal, pak, zak

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 366:

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0022 c