lul

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

lul (zn) :
geslachtsdeel, piemel, prik, plasser, geslacht, fluit, penis, paal, lid, mannelijk lid, jongeheer, pik, stijve, leuter, roe, snikkel, roede, zwengel, pisser, fallus, piel, tampeloeres, geslachtsorgaan, sannie, sanne, rampetamp, tamp
lul (zn) :
klootzak, sukkel, sul

als synoniem van een ander trefwoord:

piemel (zn) :
geslachtsdeel, lul, potlood, prik, plasser, geslacht, fluit, penis, paal, mannelijk lid, lid, jongeheer, pik, stijve, leuter, roe, opper, snikkel, roede, zwengel, pisser, fallus, piel, tampeloeres, geslachtsapparaat, geslachtsorgaan, sannie, opperwachtmeester, tamp
penis (zn) :
piemel, lul, potlood, plasser, fluit, deel, paal, mannelijk lid, lid, jongeheer, pik, piet, stijve, leuter, roe, snikkel, roede, zwengel, pisser, fallus, piel, tampeloeres, sergeant-majoor, sannie, rampetamp, pielemuis, tamp
lid (zn) :
piemel, geslachtsdeel, lul, plasser, geslacht, penis, jongeheer, pik, leuter, snikkel, roede, fallus, piel, geslachtsorgaan
klootzak (zn) :
lul, rotzak, etterbak, smeerlap, hufter, schoft, rotvent, klerelijer, teringlijder, zakkenwasser, kloothommel
pik (zn) :
piemel, lul, penis, piet
tamp (zn) :
piemel, lul, penis, pik
zak (zn) :
lul, klootzak

woordverbanden van ‘lul’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord
werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c