zwengel

als woordenboektrefwoord:

zwengel:
m. (-s), arm ener pomp.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen: niet gevonden.

als synoniem van een ander trefwoord:

piemel (zn) :
geslachtsdeel, lul, potlood, prik, plasser, geslacht, fluit, penis, paal, mannelijk lid, lid, jongeheer, pik, stijve, leuter, roe, opper, snikkel, roede, zwengel, pisser, fallus, piel, tampeloeres, geslachtsapparaat, geslachtsorgaan, sannie, opperwachtmeester, tamp
lul (zn) :
geslachtsdeel, piemel, prik, plasser, geslacht, fluit, penis, paal, lid, mannelijk lid, jongeheer, pik, stijve, leuter, roe, snikkel, roede, zwengel, pisser, fallus, piel, tampeloeres, geslachtsorgaan, sannie, sanne, rampetamp, tamp
penis (zn) :
piemel, lul, potlood, plasser, fluit, deel, paal, mannelijk lid, lid, jongeheer, pik, piet, stijve, leuter, roe, snikkel, roede, zwengel, pisser, fallus, piel, tampeloeres, sergeant-majoor, sannie, rampetamp, pielemuis, tamp
handel (zn) :
greep, handgreep, kruk, hefboom, handvat, hendel, zwengel
slinger (zn) :
arm, hefboom, zwengel
omslag (zn) :
kruk, zwengel

woordverbanden van ‘zwengel’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

kruk:
dwarsstuk, knop, handvat(sel), zwengel (niet: handel)

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0024 c