broddelen

als woordenboektrefwoord:

broddelen:
(gebroddeld), knoeien; bederven.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

broddelen (ww) :
prutsen, knoeien

als synoniem van een ander trefwoord:

prutsen (ww) :
klungelen, rotzooien, frutselen, knutselen, peuteren, knoeien, modderen, pielen, broddelen, liefhebberen, krasselen, frullen, fikfakken
knoeien (ww) :
klungelen, scharrelen, kloten, prutsen, brouwen, frutselen, modderen, frommelen, flodderen, broddelen, foefelen, krasselen, frullen
knoeien (ww) :
rommelen, vervalsen, prutsen, smokkelen, bedrog plegen, frauderen, modderen, sjoemelen, broddelen

woordverbanden van ‘broddelen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

broddelen, knoeien

Werk slechts verrichten. Knoeien is het slecht of slordig werken in het algemeen. Broddelen is het werk slecht doen door tegen de vaste regels, die er bij in acht moeten genomen worden, te zondigen. Men broddelt b.v. in een naai-, een brei-, een haak-, een tapisseriewerk.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 414:

broddelen, knoeien

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0019 c