droesem

als woordenboektrefwoord:

droesem:
m. bezinksel; grondsop.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

droesem (zn) :
moer, dik, draf, depot, bezinksel, drab, wijnmoer, grondsop, droes, zaksel

als synoniem van een ander trefwoord:

dik (zn) :
draf, bezinksel, drab, droesem, grondsop, droes, zaksel
drab (zn) :
prut, smurrie, bezinksel, drek, derrie, droesem
bezinksel (zn) :
depot, droesem, grondsop, grondsap, droes
depot (zn) :
bezinksel, drab, droesem
moer (zn) :
droesem, grondsop, heffe
slib (zn) :
bezinksel, drab, droesem
drab (zn) :
dik, bezinksel, droesem
draf (zn) :
droesem, droes

woordverbanden van ‘droesem’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Het dikkere gedeelte van eene vloeistof, dat zich op den bodem van het voorwerp, waarin het zich bevindt, afzondert. Bezinksel is eene vaste stof, grondsop, drab en droesem verkeeren alle, het eene in meerdere, het andere in mindere mate, in een vloeibaren toestand. Droesem wordt alleen van dranken gezegd, drab ook van andere vloeistoffen. De inkt is drabbig. Moer noemt men bij voorkeur den droesem van wijn, heffe dien van bier. Heffe, dat eigenlijk het bovendrijvende beteekent, bezigt men overdrachtelijk van de onderste volkslaag, die als het ware het bezinksel der maatschappij is. De heffe des volks.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 359:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.002 c