als woordenboektrefwoord:
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
als synoniem van een ander trefwoord:
woordverbanden van ‘hol’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):
Door holen verstaat men inzonderheid holten in de bergen, die tot schuilplaats kunnen dienen, klein en nauw zijn, en meestal moeilijk toegankelijk, terwijl men grot gebruikt voor grootere ruimten in de bergen, hetzij ze moeilijk of gemakkelijk toegankelijk zijn; grotten bestaan soms uit een aantal holen; spelonken zijn enge holen van eene mindere of meerdere uitgestrektheid. Vooral in de vorige eeuw werden veel kunstgrotten (uit boomwortels, mos, schelpen en koralen vervaardigd) in parken en tuinen tot versiering gebouwd. De grot van Han; de blauwe grot op Capri. De vos bewoont een hol in 't dichtst van het woud, dat de das soms gegraven heeft.
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 252:
in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):
woorden met een verwante vorm:
zie ook:
bij andere sites:
debug info: 0.0033 c