knip

als woordenboektrefwoord:

knip:
m. (-pen), lichte tik met de vingers.
knip:
v. (-pen), werktuig om vogels te vangen ; snede met een schaar ; deurgrendeltje.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

knip (zn) :
beurs, portemonnee, geldbeugel
knip (zn) :
schuif, slot, grendel
knip (zn) :
scheur, snede, keep
knip (zn) :
val, vang

als synoniem van een ander trefwoord:

slot (zn) :
knip, schuif, hangslot, sluiting, fietsslot, grendel, slotje, slootje, kettingslot, kabelslot, contactslot, cijferslot, lipsslot
keep (zn) :
knip, groef, inkeping, kerf, insnijding, inkerving, sponning, houw
val (zn) :
knip, klem, muizenval, strik, valkuil, valstrik, set-up, voetangel
beurs (zn) :
knip, buidel, portemonnee, geldbuidel, geldbeugel
tik (zn) :
knip, klik
schuif (zn) :
knip

woordverbanden van ‘knip’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0054 c