mild

als woordenboektrefwoord:

mild:
bn. (-er, -st), vrijgevig ; inschikkelijk ; niet streng.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

mild (bn) :
zacht, zachtzinnig, grootmoedig, zachtaardig, genadig, vriendelijk, welwillend, goedhartig, edelmoedig, toegeeflijk, groothartig, inschikkelijk, vergevensgezind
mild (bn) :
ruim, royaal, rijkelijk, vrijgevig, gul, overvloedig, liberaal, genereus, goedgeefs, kwistig, milddadig
mild (bn) :
weldadig
mild (bn) :
zacht

als synoniem van een ander trefwoord:

slap (bn) :
plat, moe, zacht, lullig, slapjes, beroerd, lam, week, lens, vermoeid, lusteloos, mat, verslapt, flauw, sloom, machteloos, mild, zwak, krachteloos, lauw, laks, futloos, halfslachtig, lamlendig, nalatig, gammel, loom, paf, bloedeloos, gezapig, dweperig, murw, fleps, jansalieachtig, wekelijk
overvloedig (bn) :
rijk, ruim, in overvloed, royaal, veel, uitvoerig, mild, rijkelijk, overdadig, gul, volop, ruimschoots, luxueus, weelderig, copieus, ampel, onbekrompen, bij de vleet, abondant, plenty, treffelijk, exuberant
welwillend (bn) :
voorkomend, vriendelijk, mild, positief, goedgezind, welgezind, bereidwillig, inschikkelijk, clement, goedgunstig, toegenegen, tegemoetkomend, goedertieren, de kwaadste niet, benevolent
gul (bn) :
grootmoedig, royaal, mild, vrijgevig, edelmoedig, genereus, onbaatzuchtig, goedgeefs, groothartig, scheutig, onzelfzuchtig, kwistig
zacht (bn) :
kalm, rustig, zachtaardig, goedaardig, vriendelijk, welwillend, mild, lief, toegevend, teder, lieflijk, minzaam, clement
coulant (bn) :
vloeiend, soepel, gemakkelijk, mild, schappelijk, toegeeflijk, inschikkelijk, toeschietelijk, handelbaar
royaal (bn) :
mild, rijkelijk, vrijgevig, vorstelijk, gul, overvloedig, genereus, koninklijk, kwistig, onbekrompen
zachtaardig (bn) :
zacht, zachtzinnig, vriendelijk, goedhartig, mild, zachtmoedig, goedig
toegeeflijk (bn) :
buigzaam, mild, meegaand, soft, inschikkelijk, clement, lankmoedig
ruim (bn) :
royaal, mild, rijkelijk, gul, overvloedig, onbekrompen
clement (bn) :
mild, toegeeflijk, inschikkelijk
liberaal (bn) :
royaal, mild, vrijgevig
zacht (bn) :
zwoel, mild

woordverbanden van ‘mild’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

mild
bars, bits, bot, bruusk, dreigend, gierig, grimmig, hard, meedogenloos, nors, onheilspellend, onverbiddelijk, sinister, streng, stug

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0113 nc