als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
als synoniem van een ander trefwoord:
woordverbanden van ‘onbescheiden’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):
Onbe scheiden heeft de beteekenis van niet ingetogen en niet inschikkelijk in spreken en doen, aanmatigend en daardoor onwellevend; onbeschaamd, die van geen schaamte hebbende, voor zooverre men zonder schroom ongepast durft handelen. Schaamteloos staat dichter bij onbeschaamd dan bij onbescheiden. Beide, onbeschaamd en schaamteloos duiden gemis van schaamtegevoel aan. Schaamteloos is sterker dan onbeschaamd, daar bij het achtervoegsel -loos aan geheel verlies van schaamtegevoel gedacht wordt, wat bij onbeschaamd nog niet het geval is. Een onbescheiden blik, eene onbescheiden vraag. Op zulk eene onbeschaamde vraag antwoordde hij niet. De onbeschaamde praatjes van den dronken matroos. Schaamtelooze losbandigheid. Al de gebreken van den onbescheidene (aanmatiging, driestheid, vermetelheid) bezit de onbeschaamde in den hoogsten graad.
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 26:
in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):
woorden met een verwante vorm:
bij andere sites:
debug info: 0.0027 c