passage

als woordenboektrefwoord:

passage:
v. (-s), doortocht; doorvaart; overvaart; met glas overdekte winkelstraat ; drukte, verkeer; kort gedeelte uit een boek, een muziekstuk.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

passage (zn) :
doorgang, voorbijgaan, overtocht, doortocht, doorvaart
passage (zn) :
winkelstraat, galerij, winkelgalerij, gaanderij
passage (zn) :
stuk, citaat, gedeelte, zinsnede, passus
passage (zn) :
gang, gangetje, corridor

als synoniem van een ander trefwoord:

stuk (zn) :
plak, reep, brok, portie, gedeelte, aandeel, hap, deel, passage, klomp, eind, onderdeel, fragment, scherf, brokstuk, lap, segment, stronk, part, moot, geleding, snipper, homp, bete, pièce, metameer, wegge
pas (zn) :
doorgang, zadel, passage, bergpas, doortocht, engte, col
gang (zn) :
wandeling, doorgang, passage, doortocht
doorgang (zn) :
poort, doorloop, gangpad, passage
doorvaart (zn) :
kanaal, doorgang, passage, geul
galerij (zn) :
omloop, omgang, passage, loggia
citaat (zn) :
passage, aanhaling
gedeelte (zn) :
passage
plaats (zn) :
passage
tekst (zn) :
passage

woordverbanden van ‘passage’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.002 c