tol

als woordenboektrefwoord:

tol:
m. (-len), doortochtgeld ; tolhuis.
tol:
m. (-len), drijftol.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen: niet gevonden.

als synoniem van een ander trefwoord:

belasting (zn) :
tolgeld, heffing, aanslag, tol, fiscus, accijns, btw, census, leges, recognitie, taks, retributie, brandschatting, cijns
draaitol (zn) :
tol
prijs (zn) :
tol
schatting (zn) :
tol
top (zn) :
tol

woordverbanden van ‘tol’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

De geldsom, die de eigenaar van den grond of van hetgeen zich op den grond bevindt, of ten algemeene nutte, òf aan den houder van een bepaald recht, moet opbrengen. Belasting heet in het algemeen het geld, dat door de inwoners van een land, gewest, enz. ten algemeenen nutte wordt opgebracht; schatting, in het bijzonder de jaarlijksche som door den eenen staat aan den anderen te betalen, of de schadevergoeding in geld door een overwonnen staat aan zijn overwinnaar te geven (oorlogsschatting); cijns of uitgang hetgeen van zekere bezitting of van de opbrengst er van jaarlijks gegeven wordt; wordt hij niet binnen een bepaalden tijd geïnd, dan vervalt het recht er op. Een tiend is een zeker evenredig gedeelte van de veldvruchten, dat tengevolge van oude rechten, van een bepaald stuk grond moet worden opgebracht. Eene grondrente is eene vaste geldsom ot onveranderlijke hoeveelheid vruchten, die de eigenaar van een stuk grond aan den houder der grondrente moet opbrengen; tol de belasting, die men betaalt voor het recht van passage of doorvoer.

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0027 c