woord

als woordenboektrefwoord:

woord:
o. (-en), taaldeel.
woord:
m. (-en), mannetjeseend.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

woord (zn) :
uitspraak, uitdrukking, formulering, term, begrip, parool, logos, rededeel, verbum
woord (zn) :
woord van eer, verzekering, erewoord, belofte, gelofte
woord (zn) :
waard, woerd, mannetjeseend

als synoniem van een ander trefwoord:

uitspraak (zn) :
woord, getuigenis, opmerking, opgave, kennisgeving, zeggen, mening, formulering, verklaring, bekendmaking, uiting, uitlating, statement, opgaaf, klankgeving, zegging
gelofte (zn) :
woord, woord van eer, verzekering, erewoord, belofte, eed
belofte (zn) :
woord, toezegging, erewoord, eed, verbintenis, gelofte
term (zn) :
woord, uitdrukking, benaming, begrip
parool (zn) :
woord, erewoord, belofte
verbum (zn) :
woord

woordverbanden van ‘woord’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 356:

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c