sturen

als woordenboektrefwoord:

sturen:
(gestuurd), zenden ; besturen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

sturen (ww) :
inzenden, versturen, zenden, opsturen, verzenden, toesturen, insturen, seinen, doen toekomen, overseinen, expediëren
sturen (ww) :
richten, navigeren, varen, dirigeren, wenden, leiden, loodsen, manoeuvreren, laveren, stevenen
sturen (ww) :
besturen, bedienen, reguleren, de leiding hebben over

als synoniem van een ander trefwoord:

beheersen (ww) :
controleren, domineren, beteugelen, regeren, sturen, onderdrukken, bezitten, besturen, overheersen, heersen, de baas zijn, de baas spelen over
leiden (ww) :
regeren, beheren, sturen, besturen, exploiteren, runnen, uitbaten, managen, manoeuvreren, de leiding hebben over
rijden (ww) :
voeren, sturen, besturen, bollen, karren, mennen, chaufferen
richten (ww) :
zenden, sturen, toesturen, adresseren
beïnvloeden (ww) :
sturen, verleiden, verlokken
vestigen (ww) :
richten, sturen, wenden
navigeren (ww) :
sturen
zenden (ww) :
sturen

woordverbanden van ‘sturen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

sturen, zenden

Iets (iemand) ergens heen laten gaan.

Sturen ziet vooral op het verwijderen: een bedelaar

wegsturen; stuur de meid weg, zij beluistert ons;

bij zenden denkt men meer aan een bepaald doel: Een

afgevaardigde zenden. Een boek op zicht zenden.

(Evenwel wordt zenden in de spreektaal meer door sturen vervangen.)

woorden met een verwante vorm:

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0022 c