varen

als woordenboektrefwoord:

varen:
(voer, gevaren), per schip reizen.
varen:
v. (-s), sporendragende plant.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

varen (ww) :
roeien, zeilen, navigeren, naar zee gaan, kanoën
varen (ww) :
verlopen, vergaan, vorderen, toegaan, het maken
varen (ww) :
gaan, zich begeven

als synoniem van een ander trefwoord:

gaan (ww) :
handelen, reizen, trekken, komen, fietsen, inslaan, lopen, keren, koersen, bewegen, varen, rijden, kenteren, zich voortbewegen, zich bewegen, zich begeven, tiegen, doorreizen, tijgen
sturen (ww) :
richten, navigeren, varen, dirigeren, wenden, leiden, loodsen, manoeuvreren, laveren, stevenen
steunen (ww) :
bouwen, vertrouwen, rekenen, varen, afgaan, zich verlaten
navigeren (ww) :
varen

woordverbanden van ‘varen’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0198 nc

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.