naast

als woordenboektrefwoord:

naast:
bn. dichtbij ; vz. nevens.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

naast (vz) :
dichtbij, langs, bij, nabij, neven, nevens, bezijden, opzij van
naast (vz) :
buiten, behalve
naast (bn) :
aangrenzend, volgend, nabij, eerstvolgend, dichtstbijzijnd, naburig, eerstkomend
naast (bn) :
meest vertrouwd, intiemst

als synoniem van een ander trefwoord:

benevens (vz) :
zonder, naast, buiten, uitgezonderd, behalve, met uitzondering van, met uitsluiting van, behoudens, uitgenomen, ongerekend, niet meegerekend, afgezien van
buiten (vz) :
zonder, naast, uitgezonderd, behalve, afgezien van
nabij (vz) :
naast, dichtbij, omliggend, naburig, nakend
bij (vz) :
naast, nabij, vlakbij, erbij
langs (vz) :
naast, bezijden
nevens (vz) :
naast
aangrenzend (bn) :
naast, neven, ernaast, naburig, annex, nevens, aanpalend, belendend, naastliggend, naastgelegen, grenzend, erneven, aanliggend, aangelegen
aanliggend (bn) :
naast, aangrenzend, neven, ernaast, naburig, nevens, aanpalend, belendend, naastliggend, naastgelegen, grenzend, erneven, aangelegen
naburig (bn) :
naast, aangrenzend, nabij, omliggend, aanpalend, belendend, nabijgelegen, aanliggend
eerstkomend (bn) :
naast, aanstaand, volgend, eerstvolgend
behalve (vw) :
naast, buiten

woordverbanden van ‘naast’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

bij, naast, nevens

Bij is in de nabijheid van. Naast en nevens drukken onmiddellijke nabijheid uit. Hij zat bij mij (in mijne buurt). Hij zat nevens, naast mij (aan mijne zijde). Naast geeft de nabijheid van plaats aan, nevens bovendien de gelijkheid in rang.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 361:

bij, naast, nevens

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0022 c