doen

als woordenboektrefwoord:

doen:
(deed, gedaan), handelen, uitvoeren, volbrengen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

doen (ww) :
gedragen, uitvoeren, handelen, optreden, bedrijven, beoefenen, maken, begaan, plegen, verrichten, realiseren, vervullen, bewerken, flikken, betrachten, bewerkstelligen, uitrichten, bezigen, effectueren, zich gedragen
doen (ww) :
leggen, stellen, plaatsen, zetten, dienen, steken, voorleggen
doen (ww) :
schoonmaken, reinigen, opruimen, kuisen, wegruimen
doen (ww) :
afleggen, aandoen, bezichtigen, bereizen
doen (ww) :
aanrichten, veroorzaken, teweegbrengen
doen (ww) :
schuiven, kosten, verdienen, opbrengen
doen (ww) :
uithalen, uitwerken, wekken
doen (ww) :
uitspoken, uitvreten
doen (ww) :
werken, functioneren
doen (ww) :
laten

als synoniem van een ander trefwoord:

veroorzaken (ww) :
opwekken, uitlokken, bezorgen, ontketenen, wekken, verwekken, geven, opleveren, aanrichten, maken, aanbrengen, voortbrengen, baren, brengen, doen, verschaffen, aandoen, toebrengen, scheppen, zaaien, kweken, stichten, tot gevolg hebben, leiden tot, teweegbrengen, aanstichten, berokkenen, met zich meebrengen, ten gevolge hebben
vervullen (ww) :
presteren, uitvoeren, nakomen, bevredigen, volbrengen, voldoen, voldoen aan, realiseren, doen, betrachten, verwezenlijken, bewerkstelligen, waarmaken, verhoren, inlossen, inwilligen, verwerkelijken, volvoeren, voleinden
maken (ww) :
bouwen, samenstellen, opbouwen, uitvoeren, vormen, aanbrengen, voortbrengen, verrichten, produceren, construeren, doen, scheppen, fabriceren, tot stand brengen, vervaardigen, creëren, compileren
volbrengen (ww) :
presteren, uitvoeren, afwerken, verrichten, vervullen, doen, slagen, flikken, tot stand brengen, bolwerken, uitrichten, volvoeren, voleindigen
verrichten (ww) :
uitvoeren, handelen, uitwerken, volbrengen, bedrijven, plegen, doen, bewerkstelligen, uitoefenen, uitrichten
handelen (ww) :
optreden, in actie komen, verrichten, doen, te werk gaan, opereren, ageren
uitwerken (ww) :
uitvoeren, maken, verrichten, doen, bewerken, bewerkstelligen, effectueren
werken (ww) :
draaien, lopen, aan staan, marcheren, doen, gaan, opereren, functioneren
maken (ww) :
presteren, doen, voor elkaar krijgen, flikken, scoren, fixen
uithalen (ww) :
uitvoeren, doen, flikken, uitspoken, uitvreten, uitrichten
bedrijven (ww) :
aanrichten, begaan, plegen, verrichten, doen, uitrichten
uitrichten (ww) :
uitvoeren, uithalen, doen, bewerken, uitspoken
uitvoeren (ww) :
presteren, verrichten, doen, toepassen
plegen (ww) :
bedrijven, begaan, verrichten, doen
afleggen (ww) :
uitvoeren, volbrengen, doen
begaan (ww) :
bedrijven, doen, volvoeren
stellen (ww) :
uithouden, volhouden, doen
laten (ww) :
maken, doen, veroorzaken
opknappen (ww) :
doen, in orde maken
functioneren (ww) :
doen, dienen

woordverbanden van ‘doen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Zijne kracht aanwenden om iets tot stand te brengen. Doen is het algemeene begrip, en wordt van elke uiting van kracht gezegd, onverschillig of deze van den mensch, het dier, of van eene natuurkracht of een begrip uitgaat. Men zegt evenzeer: wat doet de mensch en wat doet de hond als wat zou het weer willen doen en wat doet des menschen geloof tot zijne zaligheid. Handelen wordt vooral gebezigd van de door verstand en wil veroorzaakte werkzaamheid van redelijke wezens; van levenlooze stoffen en van dieren gebruikt men werken. Het middel begint te werken. De spinnen werken. Werken onderstelt altoos een uitwerksel, een gewrocht. Verrichten wordt meestal gebezigd van het volbrengen van een werk, dat op eene bepaalde wijze moet geschieden; zijne dagelijksche bezigheden verrichten. Verrichten grenst in zijne beteekenis aan volbrengen (z. afdoen); het heeft echter meer de handeling zelf op het oog, terwijl volbrengen meer op het resultaat ziet. Maken onderscheidt zich van doen hierdoor, dat de werking altijd onder het bereik der linnen valt, en gewoonlijk ook iets duurzaams achterlaat. (Eene wandeling, eene reis, een tocht maken zijn uitdrukkingen in strijd met het Nederlandsche taaleigen, dat hier doen vereischt). Vervaardigen voegt aan de beteekenis van maken die van voltooien toe. Gelijk verrichten doorgaans in een goeden zin gebruikt wordt, komt bedrijven meest altijd in een slechten zin voor, b.v. eene edele daad verrichten, een snood stuk bedrijven.

Een opgedragen, of als zoodanig gevoeld, werk verrichten. Doen zegt dit in het algemeen; het is de ruimste uitdrukking, en kan ook van redelooze wezens gebezigd worden. Van een jachthond, een aap, een paard kan men zeggen, dat zij hun werk goed doen, wanneer zij de diensten, waartoe zij zijn afgericht, stipt verrichten. Betrachten wordt alleen gebruikt in betrekking tot deugd of plicht; zijn plicht betrachten; de deugd betrachten; spaarzaamheid betrachten. Volbrengen is datgene volvoeren, wat men moet of wil doen. Zich kwijten van, dat zich losmaken beteekent, kan natuurlijk alleen van hem gebezigd worden, die beseft, dat de eene of andere verplichting op hem rust. Zich van eene opdracht kwijten. Tusschen zijn plicht betrachten en zich kwijten van zijn plicht bestaat dit verschil, dat het eerste een voortdurend, het laatste een oogenblikkelijk vervullen van plicht te kennen geeft.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 228:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 327:

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 396:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

doen
laten, nalaten, weigeren

woorden met een verwante vorm:

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c