als woordenboektrefwoord:
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
als synoniem van een ander trefwoord:
woordverbanden van ‘dun’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):
Wat niet breed en dik is. Dun staat tegenover dik; rank tegenover breed en zwaar: een rank vaartuig; slank tegenover kort, gezet, stevig; tenger staat tegenover grof; mager en schraal tegenover vet. Schraal en mager kan men dikwijls met elkander verwisselen: schrale kost en magere kost, mager of schraal van gestalte, eene schrale troost en eene magere troost. In sommige uitdrukkingen wordt echter uitsluitend schraal gebezigd: een schrale wind (een droge wind, die alles verdort), het koren staat schraal; in andere daarentegen geeft men meer de voorkenr aan mager; welk een mager geraamte van een paard! voor een paard, dat vet en vleesch beide mist. Mager vleesch = vleesch zonder vet.
Beide woorden geven een geringen samenhang der deelen te kennen. Dun is het tegendeel van dik, vloeibaar van vast. Dikke en dunne soep. Het kwikzilver dat hier vloeibaar is, wordt in zeer koude landen vast.
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 126:
in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 96:
in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):
woorden met een verwante vorm:
zie ook:
bij andere sites:
debug info: 0.0028 c