gemis

als woordenboektrefwoord:

gemis:

o. gebrek, ontbering.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

gemis (zn) :

afwezigheid, nood, tekort, ontbreken, behoefte, schaarste, ontbering, mangel, deprivatie

gemis (zn) :

verlies, gebrek, tekortkoming, mankement, leemte, derving, ontstentenis

als synoniem van een ander trefwoord:

gebrek (zn) :

nood, tekort, stoornis, behoefte, schaarste, gemis, armoede, ontbering, mangel, ledigheid, deprivatie, schaarsheid, ontoereikendheid, behoeftigheid

tekort (zn) :

kort, ontbreken, gebrek, tekortkoming, behoefte, schaarste, gemis, deficiëntie, manco, deprivatie, ontoereikendheid

leemte (zn) :

opening, leegte, tekort, tekortkoming, gemis, hiaat, lacune, weglating, gaping

behoefte (zn) :

vraag, nood, tekort, verlangen, gebrek, gemis, mangel, noodwendigheid

verlies (zn) :

schade, daling, tekort, nadeel, gebrek, gemis, derving, perte

deficit (zn) :

tekort, gemis, manco, kastekort

leegheid (zn) :

leegte, gemis, hiaat, leemte

mangel (zn) :

gebrek, behoefte, gemis

leegte (zn) :

gemis

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 402:

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 310:

bij andere sites: