behoefte

als woordenboektrefwoord:

behoefte:
v. (-n), gebrek aan 't nodige; benodigdheden.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

behoefte (zn) :
zin, verlangen, drang, drijfveer, opwelling, aandrang, animo, aanvechting
behoefte (zn) :
vraag, nood, tekort, verlangen, gebrek, gemis, mangel, noodwendigheid
behoefte (zn) :
levensbehoefte, benodigdheden
behoefte (zn) :
ontlasting
behoefte (zn) :
impuls

als synoniem van een ander trefwoord:

armoede (zn) :
geldnood, ellende, nood, kaalheid, krot, gebrek, behoefte, ontbering, armoe, kommer, behoeftigheid, indigentie, miserie, nooddruft, merode, marode, dalles
gebrek (zn) :
nood, tekort, stoornis, behoefte, schaarste, gemis, armoede, ontbering, mangel, ledigheid, deprivatie, schaarsheid, ontoereikendheid, behoeftigheid
drijfveer (zn) :
grond, motief, oorzaak, prikkel, aanleiding, stimulans, overweging, reden, behoefte, beweegreden, ratio, beweeggrond, considerans, ressort
tekort (zn) :
kort, ontbreken, gebrek, tekortkoming, behoefte, schaarste, gemis, deficiëntie, manco, deprivatie, ontoereikendheid
drang (zn) :
druk, kracht, dorst, verlangen, impuls, neiging, behoefte, opwelling, begeerte, aandrang, pressie, aandrift
gemis (zn) :
afwezigheid, nood, tekort, ontbreken, behoefte, schaarste, ontbering, mangel, deprivatie
believen (zn) :
wens, willen, behoefte, welbehagen, goedvinden, gelieven, goeddunken, blieven
impuls (zn) :
bevlieging, drang, behoefte, opwelling, kuur, gril, nuk, luim
nood (zn) :
gebrek, behoefte, schaarste, misère, miserie, nooddruft
motivatie (zn) :
waarom, reden, behoefte, motivering, gemotiveerdheid
vraag (zn) :
markt, belangstelling, verlangen, behoefte, kooplust
verlangen (zn) :
wens, zucht, lust, drang, behoefte, hoop, begeerte
boodschap (zn) :
behoefte, toiletbezoek, gevoeg
mangel (zn) :
gebrek, behoefte, gemis

woordverbanden van ‘behoefte’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

behoefte, nooddruft

Gemis van hetgeen men niet ontberen kan. Behoefte is gebrek aan hetgeen noodig is voor een bepaald doel. Nooddruft gebrek aan het allernoodigste, het onontbeerlijke om te leven.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 252:

behoefte, noodwendigheid

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 304:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0029 c