onverlaat

als woordenboektrefwoord:

onverlaat:
m. (...laten), snoodaard.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

onverlaat (zn) :
slechterik, vandaal, snoodaard
onverlaat (zn) :
schurk

als synoniem van een ander trefwoord:

schurk (zn) :
oplichter, schavuit, bedrieger, boef, bandiet, slechterik, deugniet, schoft, loeder, ellendeling, smiecht, onverlaat, schobbejak, ploert, schelm, booswicht, snoodaard, spitsboef, galgenbrok, hondsvot, loebas, schoelje, fielt
booswicht (zn) :
schurk, misdadiger, boosdoener, onverlaat, schelm, snoodaard, hellebrok
onmens (zn) :
monster, barbaar, onverlaat, wreedaard
snoodaard (zn) :
schurk, onverlaat, booswicht
bruut (zn) :
monster, beest, onverlaat

woordverbanden van ‘onverlaat’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

onverlaat
verlaat

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0019 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.