paf

als woordenboektrefwoord:

paf:
m. (-fen), klap, slag.
paf:
bn. (-fer, -st), paf van iets staan, versteld, beduusd, onthutst.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

paf (bn) :
stomverbaasd, sprakeloos, versteld, perplex, ontsteld, verbouwereerd, verbluft, stupéfait
paf (bn) :
opgezet, opgeblazen, pafferig
paf (bn) :
slap, loom
paf (bn) :
dik

als synoniem van een ander trefwoord:

slap (bn) :
plat, moe, zacht, lullig, slapjes, beroerd, lam, week, lens, vermoeid, lusteloos, mat, verslapt, flauw, sloom, machteloos, mild, zwak, krachteloos, lauw, laks, futloos, halfslachtig, lamlendig, nalatig, gammel, loom, paf, bloedeloos, gezapig, dweperig, murw, fleps, jansalieachtig, wekelijk
dik (bn) :
rond, opgezet, gevuld, stevig, mollig, gezwollen, zwaar, bol, vet, fors, gezet, opgezwollen, vol, omvangrijk, zwaarlijvig, log, vlezig, lijvig, corpulent, paf, volumineus, welgedaan
verbijsterd (bn) :
stomverbaasd, sprakeloos, met stomheid geslagen, perplex, ontdaan, onthutst, verbouwereerd, paf, stupéfait, als door de bliksem getroffen
ontsteld (bn) :
overstuur, geschokt, ontroerd, van slag, versteld, verslagen, van streek, geschrokken, radeloos, ontzet, verschrikt, ontdaan, onthutst, paf
loom (bn) :
slaperig, maf, traag, suf, mat, laf, slap, langzaam, futloos, log, pafferig, paf
pafferig (bn) :
opgezet, opgeblazen, bol, log, dik, paf

woordverbanden van ‘paf’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0024 c