vallei

als woordenboektrefwoord:

vallei:
v. (-en), dal, laagte tussen bergen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

vallei (zn) :
dal, laagte

als synoniem van een ander trefwoord:

dal (zn) :
vallei, laagvlakte, laagte
laagte (zn) :
diepte, vallei, dal
del (zn) :
vallei

woordverbanden van ‘vallei’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

dal, vlakte, vallei

Terwijl iedere uitgestrektheid gronds, die door geen oneffenheid wordt afgebroken (een niet geaccidenteerd terrein) vlakte heet, noemt men dal en vallei een grooter of kleiner terrein tusschen de bergen. Dal wordt in den regel van eene kleinere, vallei van eene grootere vlakte tusschen bergen gelegen gebezigd. Het dal is gewoonlijk door steilere bergen ingesloten, terwijl eene vallei tusschen heuvels, of op vorderen afstand gelegen en langzaam afhellende bergen ligt. Het Ahrdal. Het dal Tempe. De Geldersche vallei.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 5:

dal, vallei, vlakte

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

vallei
berg, piek, top

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0021 c